VLAARDINGEN- Vlaardinger Jan V. (66) is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaar en 6 maanden. V. is in januari 2019 al schuldig bevonden aan de moord op zijn partner, de toen 64-jarige Lia Schaap in haar woning van een seniorencomplex in Holy.
V. heeft haar met een zwaar voorwerp op het hoofd geslagen van de vrouw, waarna zij aan haar verwondingen is overleden. V. ontkent de moord, maar het Hof verwerpt het alternatieve scenario, mede gezien de bevindingen uit het bloedspoorpatroononderzoek door het NFI.
De relatie tussen V. en het slachtoffer was ondanks de slechte financiële situatie en de naderende uithuiszetting goed, zo beweert V. Op de avond van 4 december 2017 heeft V. zich weliswaar enige tijd buiten de woning begeven, maar met goede reden en niet om zich een alibi te verschaffen, zo heeft zijn advocaat nog tevergeefs aangedragen. Er zijn volgens de verdediging contra-indicaties voor de hypothese dat haar cliënt degene is geweest die de letsels aan het slachtoffer heeft toegebracht. Het slachtoffer zou zijn vermoord terwijl V. een fles drank was gaan halen in een avondwinkel, maar dat blijkt niet uit een reconstructie.
De advocaat-generaal heeft bij requisitoir zich op het standpunt gesteld dat V. het slachtoffer om het leven heeft gebracht. Zij volgt de conclusies van de officier van justitie. In het bijzonder wijst zij op de bevindingen van het bloedspoorpatroononderzoek en hetgeen een deskundige daarover bij gelegenheid van zijn verhoor door de raadsheer-commissaris heeft verklaard. De door de verdediging aangevoerde mogelijke contra-indicaties zijn onderzocht en de bevindingen daaromtrent doen geen afbreuk aan de bewijsconstructie, reden waarom bewezenverklaring voor doodslag dient te volgen, aldus de advocaat-generaal.
Op 4 december 2017 in de late avond is het slachtoffer, met ernstige verwondingen aan haar hoofd aangetroffen in de woning aan de Churchillsingel, waar zij met de verdachte woonde. Het veroorzaakte letsel was dermate ernstig dat zij aan haar verwondingen enkele uren later (op 5 december 2017) in het ziekenhuis is overleden. Uit de sectie die is uitgevoerd door de forensisch patholoog prof. dr. W. Jacobs volgt dat het uitwendige letsel duidt op zwaar stomp kneuzend geweld. De gegevens van de lijkschouwing en de aanvullende onderzoeken laten volgens dr. Jacobs toe te stellen dat het slachtoffer is overleden aan majeur craniocerebraal en maxillofaciaal trauma, waarbij gedacht dient te worden aan meerdere slagen op het hoofd met een stomp voorwerp.
Door de verdachte is op 4 december 2017 om 23.04 uur een melding gedaan bij het nationale noodnummer 112. Hij vertelt dan tegen de medewerker van de meldkamer dat hij bij thuiskomst zijn vrouw in elkaar geslagen in de kamer ziet liggen op de bank. De medewerker van de meldkamer geeft vervolgens de verdachte instructies hoe hij het slachtoffer moet reanimeren.
Enkele minuten later komen de politie en een ambulance ter plaatse.Een van de agenten verklaart dat hij bij binnenkomst van de woning ziet dat V. een poging doet tot reanimatie, maar dat hij de borstkas bijna niet indrukt. Zelf verklaart V. bij gelegenheid van zijn verhoor, op 5 december 2017, dat hij geen mond-op-mondbeademing heeft gegeven. De politie heeft vervolgens, samen met de ambulancemedewerkers, de reanimatie overgenomen.