WaterwegActueel
Editie Vlaardingen / Maassluis / Schiedam / Hoek van Holland /

SCHIEDAMSE MOUTWIJN MOGELIJK OP UNESCO LIJST

DSC00005SCHIEDAM- Het Jenevermuseum Schiedam pleit voor de erkenning van de traditionele productiemethode van Moutwijn als immaterieel cultureel erfgoed door UNESCO. Deze eeuwenoude stooktechniek, waarbij kolen worden gebruikt om de moutwijn te distilleren, is een uniek en onderscheidend aspect van de Schiedamse identiteit en cultuur. Het museum heeft formeel contact opgenomen met het Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed om steun te verkrijgen voor deze nominatie.

Immaterieel erfgoed, vaak beschreven als ‘levend erfgoed’, is een essentieel onderdeel van onze culturele geschiedenis en identiteit. Het bestaat uit een breed scala aan tradities, waaronder sociale gebruiken, uitvoeringen, rituelen, en ambachtelijke vaardigheden die diep geworteld zijn in de gemeenschap. Deze praktijken worden gekoesterd en doorgegeven door generaties heen, waardoor ze blijven bestaan en evolueren met de tijd. Ze vormen de ruggengraat van onze collectieve herinnering en versterken de banden binnen gemeenschappen.

Het Jenevermuseum in Schiedam ziet een legitieme kans voor de moutwijnstokerij om opgenomen te worden op de nationale erfgoedlijst. De productie van de Schiedamse moutwijn, die nog steeds wordt uitgevoerd met behulp van de originele ketels en volgens authentieke recepten die teruggaan tot het jaar 1700, is een levend bewijs van de toewijding aan het behoud van deze historische stookkunst. Het museum hoopt dat deze erkenning zal bijdragen aan het behoud en de waardering van deze ambachtelijke distilleermethode voor toekomstige generaties.

Moutwijn wordt gemaakt door een proces van distillatie vanuit graanalcohol, en het is een traditionele basis voor jenever. Hier is een vereenvoudigd overzicht van het proces:

Beslag maken:
Een beslag wordt gemaakt van roggemeel, gerstemout, water en gist. De rogge en gerstemout worden gemalen, en de gerst wordt ‘gemout’ in een mouterij, wat betekent dat het wordt geweekt in water om te ontkiemen. Dit zorgt voor de vorming van enzymen die nodig zijn voor de volgende stap.
Versuikering: De ontkiemde gerst, nu ‘groenmout’ genoemd, wordt gedroogd. Het beslag wordt dan op een bepaalde temperatuur gebracht en geroerd om de enzymen het zetmeel in suiker te laten omzetten.
Gisting: Na het versuikeren wordt het beslag afgekoeld, aangevuld met water en gist toegevoegd. Het gistingsproces begint, waarbij gistcellen de suiker omzetten in alcohol, koolzuur en warmte, resulterend in een alcoholpercentage van ongeveer 6%.
Distillatie: Het beslag wordt vervolgens gedistilleerd in een koperen ketel. Tijdens dit proces wordt het beslag langzaam verwarmd, waardoor de alcohol verdampt en condenseert in een koelspiraal. Dit resulteert in ‘ruwnat’ met een alcoholpercentage van ongeveer 12%.
Verdere distillaties: Het ruwnat ondergaat nog twee distillaties, wat leidt tot ‘enkelnat’ van 24% en uiteindelijk ‘bestnat’ of moutwijn van 48% alcohol. Deze moutwijn wordt daarna minimaal drie jaar gelagerd op eikenhouten vaten.
Afwerking: Na het lageren wordt het alcoholpercentage teruggebracht naar 40%, en wordt er een esprit van jeneverbes toegevoegd om de definitieve moutwijnjenever te creëren.

Dit ambachtelijke proces zorgt voor een unieke smaak die kenmerkend is voor Schiedamse moutwijnjenever, en het is deze traditie die het Jenevermuseum wil behouden en erkend wil zien als immaterieel cultureel erfgoed.