WaterwegActueel
Editie Vlaardingen / Maassluis / Schiedam / Hoek van Holland /

SCHIEDAMSE KRANTEN NU OOK VIA DELPHER IN VINDEN

SCHIEDAM- De rijkdom van de Schiedamse krantenbank is nu ook ontsloten via de populaire webstek Delpher.nl. Onder het tabblad ‘Externe kranten’ zijn kranten als de Algemeen Schiedamsche Courant, de Nieuwe Schiedamsche Courant, de Schiedamsche Courant en periodieken als de Schiedamse Jaarboeken te vinden. En door verder in Delpher onderzoek naar ‘Schiedamse’ onderwerpen te doen, kan men meer resultaat boeken!

Delpher is een rijke bron voor onderzoekers en wetenschappers, eigenlijk voor elk nieuwsgierig mens. Via de webstek zijn miljoenen gedigitaliseerde teksten uit Nederlandse kranten, boeken en tijdschriften uit de collecties van diverse wetenschappelijke instellingen, bibliotheken en erfgoedinstellingen doorzoekbaar. Er zijn zelfs uitgetypte radiobulletins van 1937 tot 1984 opgenomen!

Aanvullingen De webstek krijgt regelmatig aanvullingen op de ruim 1,8 miljoen kranten, 11 miljoen tijdschriftpagina’s en meer dan 900.000 boeken die nu te vinden zijn. Daar zijn dus nu ook de Schiedamse kranten bijgekomen. Treffers linken door naar de krantenbank van het Gemeentearchief Schiedam. Vanwege een andere manier van indexeren zijn de Schiedamse artikelen niet te vinden bij de gewone kranten maar bij de ‘externe’.

Delpher is een optimaal middel om een onderzoek te verbreden, ook onderzoeken naar plaatselijke gebeurtenissen. De revueartieste Josephine Baker bracht bijvoorbeeld in 1928 twee bezoeken aan Schiedam. Wie daar meer over wil weten en onderzoek doet in de Schiedamse krantenbank komt interessante verslagen tegen. Op 16 augustus komt ze aan in Den Haag. De berichtgeving hierover is niet neutraal, de schrijver heeft duidelijk niet veel op met “deze Creoolsche naaktdanseres, die haar succes in het buitenland hoofdzakelijk te danken heeft aan een speculeeren op de lagere hartstochten van den mensch”. Op 17 augustus treedt ze op in Scheveningen. De krant windt zich op over haar gage, “dat een net vader van een gezin in een heel jaar nauwelijks verdient”.

Woensdag 25 augustus geeft ze een gastvoorstelling in buurstad Rotterdam. De toon in de krant slaat wat om als ‘dat bruine meisje’ diezelfde dag zonder vooraankondiging naar Schiedam komt om samen met haar manager (met de geweldige naam Pepito Abatino) de dierentuin te bezoeken; Jacques Blazer’s dierendepôt aan de Warande. Als herinnering aan haar bezoek mocht ze een aapje of een papegaai uitkiezen. Josephine koos het laatste, en wou graag een jong leeuwtje en een koe kopen. “Yes, yes, a cow!”

De volgende woensdag zou ze terugkomen om de papegaai op te halen, en die dag staat er al een menigte op haar te wachten. De berichtgeving heeft geen neerbuigende toon meer, ze wordt nu geprofileerd als ‘artiste en een business-woman!’ Ze was wat later dan verwacht, tot teleurstelling van de menigte, want onderweg trokken biggetjes in een weiland haar aandacht. De papegaai, “een Ara die praten kan” gaat nu mee in de auto. De blaarkopkoe, die de firma Blazer gaat kopen, moet naar haar huis te St. Cloud in Parijs.

En daar blijft het bij voor wat betreft de Schiedamse berichtgeving. Maar wie via Delpher verder zoekt in andere kranten vindt dat er een conflict ontstaat tussen Baker en haar manager, en dat het bezoek aan de dierentuin daar een rol in speelt.

Begin september 1928 schrijft het Haarlems Dagblad dat er een conflict is met Rudolph Sluys, ‘of te wel Dolph Rusly’ die haar voor Nederlandse optredens had geëngageerd. Hij beschuldigt haar van contractbreuk, onder meer omdat ze zich “in den Dierentuin te Schiedam zich den volke had getoond, van welk feit de directie (…) gebruik had gemaakt” als reclame. Volgens Sluys zou dit een negatief effect hebben op de kaartverkoop van voorstellingen in het Concertgebouw. Hij ontslaat haar en de ruzie loopt hoog op. Volgens het Rotterdamsch Nieuwsblad ‘spuwde zij Zondagavond den heer Sluys in het gelaat’ ! Ondanks bemiddeling van de Amerikaanse consul moest Baker 600 dollar van haar gage van 3000 dollar inleveren.

Josephine Baker vertrok na haar optredens naar Berlijn. Ze bleef in Frankrijk wonen en was in de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet. Ze overleed in Parijs in 1975.

Rudolph Sluys komt in Delpher de jaren hierna vaak voor in advertenties als zijnde directeur van het Hollandsch Revue- en Operette-Gezelschap. Eind 1928 staat zijn naam als ‘theaterexploitant’ bij de faillissementen. En het wordt nog erger, het Amsterdamse ‘Het Nieuws van den Dag uit januari 1929 schrijft: Een begrafenisondernemer in Amsterdam wordt aangeklaagd wegens verduistering. Hij leefde al ‘op ruimen voet en had veel geld verloren aan revues die hij financierde. Zoo introduceerde hij eenige maanden geleden hier Josephine Baker, op wier voorstellingen hij belangrijke bedragen moest toeleggen. In hoeverre van verduistering sprake is zal het onderzoek moeten uitmaken.

Bij deze aanklacht wordt geen naam genoemd, maar wie weer teruggaat naar de Schiedamse krantenbank vindt met de zoekterm ‘Rudolph Sluys’ een nieuwsbericht dat hem wel degelijk aanduidt als ‘Rudolph Sluys Jr, directeur der begrafenisonderneming’ aan de Nicolaas Maesstraat.

Wie er gelijk had in het conflict is moeilijk te zeggen. Sluys vreesde dat optredens van Baker zoals op straat collecteren voor blinden minder mensen zou trekken naar de door hem georganiseerde optredens. Het loopt slecht met Sluys af. Volgens de webstek Oorlogslevens.nl is hij vanwege zijn Joodse afkomst in Kamp Westerbork terechtgekomen en in april 1945 omgekomen in Kothen, Duitsland.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *